In november heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak waarin sprake zou zijn van opzettelijke uitkeringsfraude en waarin een boete van €14.658,- was opgelegd. De rechter oordeelde in het hoger beroep dat deze boete veel te hoog was en verlaagde deze naar €2000,-.
Twee jaar geleden, op 1 januari 2013, zijn de boetes op uitkeringsfraude fors omhoog gegaan, om ‘de categorie doelbewuste en calculerende fraudeurs’ te ontmoedigen. Het maximumboetebedrag van € 2.269,- is sindsdien afgeschaft. Tegelijkertijd is ook in de wet opgenomen dat er rekening moet worden gehouden met de omstandigheden, met redelijkheid.
Raadslid Orkun Baytemir (PvdA) heeft naar aanleiding van de uitspraak van de rechter vragen gesteld over het beboeten van mensen met een uitkering. De PvdA Tilburg maakt zich namelijk zorgen om de Tilburgers die een uitkering en dus weinig te makken hebben en daarnaast nog beboet kunnen worden. De PvdA stelt: “dat iedereen zich aan de regels moet houden en inspanning moet leveren om sociaal te kunnen stijgen, maar een boete opleggen zorgt vaak dat mensen juist in nog meer problemen komen en helpt niet het achterliggende probleem op te lossen.”
Van het College van Burgemeester en Wethouders (B&W) wil de PvdA weten of het opleggen van boetes is aangepast aan de uitspraak van de rechter in de Centrale Raad van Beroep. En zo niet, of het College bereid is om de opgelegde boetes van de afgelopen twee jaar opnieuw te bekijken en eventueel aan te passen aan de uitspraak. In het voorjaar van 2015 worden meer gerechtelijke uitspraken over boetes verwacht en de PvdA wil graag dat Sociale Zaken voorlopig helemaal geen boetes meer oplegt zolang de uitkomsten van deze rechtszaken nog niet bekend zijn.
Als het Centrum Werk en Inkomen of het UWV aangifte wil doen vanwege fraude met uitkeringen, is het verplicht dat de Belastingdienst afdeling Toeslagen bewijst dat een beschuldigde bewust en met opzet heeft gefraudeerd door onvolledige of onjuiste informatie te geven. Alleen in dat geval kan een fraudeur strafrechtelijk worden vervolgd. Als dit wordt bewezen kan de boete 100% bedragen van het bedrag dat gefraudeerd is. Als iemand al eens eerder schuldig is bevonden aan fraude wordt de boete 150%. Echter, het is niet zo dat een boete zo hoog moet zijn, het is een maximum. Het UWV en Sociale Zaken van de gemeente kunnen zelf een beleid maken waarin de boetes worden vastgelegd.
In dat beleid moet er rekening worden gehouden met ‘verwijtbaarheid’ en met redelijkheid. Als opzet niet kan worden bewezen, of als een boete wordt opgelegd zonder tussenkomst van de rechter, moet worden nagegaan wat de omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde zijn waardoor de juiste informatie niet is verstrekt en kan de boete ook lager uitvallen. In ieder geval kan het UWV nooit een hogere boete opleggen dan de rechter zou hebben gedaan. De rechter vindt daarnaast ook dat het UWV een boetebeleid moet voeren dat te volgen (consistent) is en dus niet afhankelijk is van willekeur.