“Gemeenten zijn geen pinautomaat van het rijk” volgens de wethouders van de 41 grootste steden in Nederland die verantwoordelijk zijn voor de gemeentelijke financiën. Gezamenlijk hebben deze wethouders in een brief aan het (volgende) kabinet in Den Haag geschreven dat zij protesteren tegen de bezuinigingen die het Rijk oplegt en nog gaat opleggen aan de gemeenten, terwijl de gemeenten tegelijkertijd evenveel of zelfs nog meer taken van het Rijk moeten overnemen.
Het G32-stedennetwerk is het netwerk van 37 (middel)grote steden in Nederland. Steden met 100.000 of meer inwoners, maar zonder de vier grootste steden (G4). Het belangrijkste doel van het G32-stedennetwerk is het behartigen van de gezamenlijke belangen van de G32-steden op diverse beleidsterreinen richting kabinet, Eerste en Tweede Kamer en ministeries. De huidige 37 gemeenten van de G32 zijn: Alkmaar, Almelo, Almere, Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Delft, Deventer, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Emmen, Enschede, Gouda, Groningen, Haarlem, Haarlemmermeer, Heerlen, Helmond, Hengelo, ’s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Oss, Roosendaal, Sittard-Geleen, Schiedam, Tilburg, Venlo, Zaanstad, Zoetermeer en Zwolle. …meer lezen
G4-steden:
Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht …meer lezen.
Zo heeft het Rijk het gemeentefonds extra gekort met €1 miljard per jaar, wat neerkomt op €60,- per inwoner, terwijl de gemeenten voor dit bedrag evenveel moesten doen. In de
komende jaren moeten gemeenten het met nog eens €0,7 miljard minder doen.
In totaal gaat het dan om €100,- per inwoner, oftewel 10% van het totaal.
In 2015 zijn de taken jeugdzorg en zorg aan gemeenten overgedragen. Deze overdracht ging gepaard met een bezuiniging van 15% op de budgetten voor zorg en jeugdzorg, omdat het Rijk erop rekent dat gemeenten deze taken goedkoper kunnen uitvoeren dan het Rijk zelf. Ook op de huishoudelijke hulp, beschut werk en re-integratie zijn flinke bezuinigingen doorgevoerd.
Ondanks dat het beter gaat met de rijksfinanciën en ondanks dat gemeenten al heftig hebben moeten bezuinigen, staat hen nog €0,7 miljard aan bezuinigingen vanuit het Rijk te wachten in de komende jaren. Het is juist deze bezuiniging die volgens de wethouders onterecht is.
Gemeenten hebben hun best gedaan om deze kortingen op te vangen door efficiënter te werken en de voorzieningen voor de burgers zoveel als mogelijk te ontzien. Echter de cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) laten zien dat sinds 2008 de gemeenten hun begrotingen sluitend maken door geld op te nemen uit hun reserves, die nu bij veel gemeenten bijna leeg zijn. De gemeentelijke investeringen zijn landelijk fors afgenomen. Verdere bezuinigingen zullen daarom leiden tot vermindering of verslechtering van de voorzieningen voor de inwoners van de steden, volgens de wethouders.
Daarnaast hebben gemeenten in de afgelopen 10 jaar voor 20% bezuinigd op het aantal ambtenaren, terwijl de hoeveelheid werk flink is toegenomen. In dezelfde periode heeft het Rijk slechts 2% bezuinigd op ambtenaren.
De wethouders van de 41 steden vragen van het nieuwe kabinet onder meer om af te zien van de extra bezuiniging van €1 miljard en om een onafhankelijke organisatie die beslissingen kan nemen over de financiën als de gemeenten en het Rijk het niet eens kunnen worden.
Tot slot schrijven zij: “Als wethouders Financiën spannen wij ons als altijd in om gemeentelijke taken efficiënt en innovatief uit te voeren. Dat kan ook. Gemeenten staan als eerste overheid dicht bij burger en kunnen daardoor zaken zonder al te veel bureaucratische poespas integraal aanpakken. Stel om die reden gemeenten in staat om lokaal te investeren in maatschappelijke uitdagingen. Dan zijn wij overtuigd dat dit resulteert in meer groei en een economische impuls voor Nederland.”