De Tilburgse artiest Frans van der Meer (47) schenkt een zelfgemalen koffie in als we aan een gesprek beginnen in zijn woning in Berkel-Enschot. Het is smaakvol ingericht, veel gitaren, veel verzamelingen. Frans van der Meer steekt van wal: “Mensen denk vaak dat ik een Tilburger ben, misschien ook omdat ik de maker ben van Ferry van de Zaande. ‘Gij bent een echte Tilburger’ zeggen ze dan, maar dat klopt niet want , ik ben geboren en getogen Berkel-Enschotter. Ik woon er al heel mijn leven en zou in Tilburg niet zo’n soortgelijke rustige plek vinden tegen de prijs die ik nu betaal. Ik heb overigens wel een onderwijsgeschiedenis achter de rug die heel Brabant verstrijkt. Ik zal ze even opnoemen voor de volledigheid, Mavo hier, toen Durendaal in Oisterwijk, streekschool in Tilburg, MTS in Boxtel, Sociale Academie in Den Bosch, kunstacademie in Breda, en Conservatorium in Tilburg, twee maal, gitaar en zang” Frans lacht erbij. “Er zaten ook hele rare opleidingen bij. Bijvoorbeeld de Kunstacademie in Breda. Ik had eerst toelatings-examen gedaan in Amsterdam, had een paar werken meegestuurd, ik schilder vrij accuraat, bijna fotografisch. Afijn, de commissie in Amsterdam zegt, daar zijn wij hier niet mee bezig, wij houden van abstracte kunst, dus we kunnen u niet aannemen. Bij de St Joost in Breda namen ze me wel aan, maar vervolgens kreeg ik daar weinig waardering en haalde alleen maar onvoldoendes. Het was ook allemaal veel te theoretisch, en nauwelijks te beoordelen, een vage opleiding is een mooie omschrijving. Overigens heb ik voor bijna al mijn studies een toelatingsexamen gedaan en daardoor werd ik bijna altijd aangenomen omdat men zag dat ik over het nodige talent beschikte.”
Terugkijkend op het Nederlandse onderwijssysteem: “Zo’n CITO-toets is een onding want je toekomstige leven wordt dan al helemaal uitgestippeld, terwijl de meeste mensen dan nog helemaal niks weten. En je wordt soms ook gedwongen tot keuzes. Begin jaren tachtig, iedereen was werkeloos, maatschappelijk hing er geen fijne sfeer. Door de dienstplicht, mijn weigering voor militaire dienst als gewetensbezwaarde en de dreigende tewerkstelling bij het rijksarchief , als alternatieve dienstplicht tenzij ik werk kon vinden, maar een vaste baan lukte in die tijd niet. Toen zag ik een advertentie voor de Sociale Academie in Den Bosch in Het Nieuwsblad van het Zuiden, daar reageerde ik op, en zo kreeg ik uitstel voor militaire dienst-verplichtingen. De opleiding was overigens niks voor mij, teveel, opleiding voor hulpverlener, ja, en dat ben ik nie.” Ja, vervolgt Frans: “Ik heb altijd wel een flink aantal baantjes gehad. Zo werkte ik jaren als restauratieschilder, heb heel wat kunst door mijn handen zien gaan. Van het opknappen van schilderijen kwam ik terecht in het beschilderen van kermiswagens en attracties, in de rol van decorateur. Zwaar werk, moest allemaal zo snel mogelijk klaar, voor zo min mogelijk geld en het was per definitie nooit goed. Daarnaast was ik nog een tijdje lid van een rondtrekkend theatergezelschap, dat met een voorstelling alle bejaardenhuizen in het land afging. Een leerzame tijd. Veel gezien, een vrouw van 100 die me 5 gulden gaf, maar soms ook zwaar, om op te treden voor demente bejaarden zonder enige reactie te krijgen. Een bejaarde wil ik niet worden, dat heb ik daar wel geleerd”.Frans memoreert: “Ik heb ook veel aan de lopende band gestaan, misschien wel alles opgeteld, een paar jaar. Door al dat soort werk weet je in ieder geval wat je NIET wilt.”
“Wat mijn hoofdvak is?” herhaalt Frans de vraag die ik hem gesteld heb. “Tja Poppenspeler. Je moet iets zijn, want als je niks bent is dat niet tof. Nu ben ik artiest, en dat is een overkoepelende naam voor alles wat ik doe en de jobs waar ik geld voor krijg. Zo ben ik onder andere beeldend kunstenaar, fotograaf, zanger, gitarist, tekstdichter, acteur, columnist, poppenspeler, stemkunstenaar, producer, presentator, sneltekenaar en componist, check mijn website maar. Ik deed altijd al veel stemmetjes, omdat ik al van jongs af aan met poppen bezig ben. Mijn tante was ook poppenspeelster en om samen te spelen hadden we een extra speler nodig, de vriend van een neef van mij had daar wel zin in en zo heb ik Jeroen de Leijer leren kennen, waar ik nu al zo ongeveer 25 jaar mee samenwerk.
Ik had destijds een programma bij een piratenstation, “Trashradio” daar gebruikte ik veel gekke stemmetjes voor, onder andere een Tilburger die met harde stem Tilburgs dialect praatte, alsof ie schreeuwde. Is volgens mij ook een kenmerk van het Tilburgse dialect, het komt er nogal luid uit. Afijn, dat was de voorloper van Ferry van de Zaande. Later heeft Jeroen de Leijer een tekening van hem gemaakt, en daar heb ik de pop naar gemaakt. Dus het is in feite een co-creatie. Dat zenden op de radio was spannend, luisteraars konden bellen en langskomen in de studio, we hadden een bereik van zo’n 3 kilometer, en we draaiden allerlei genre’s soms zelfs alleen maar geroezemoes, of geluid van een stofzuiger.”
“Mijn allereerste single was “Doe mènnene Mexicano” die oorspronkelijk werd gezongen door de artiestennaam Berry van de Bebber. Later werd door een vriend die naam als merk gedeponeerd en kon ik die naam niet meer gebruiken, althans alleen voor veel geld. De wereld van de singletjes is een rare wereld. Iedereen denkt dat je binnen bent als je een hit op de radio hebt. Maar dat is helemaal niet zo. En die platenproducenten gaan gewoon hun eigen gang, van mijn twee singles, ‘Doe mènnene Mexicano’ en ‘Dès ’n schôon waoge’ heb ik nog geen cent gezien, en heeft me al meerdere rechtszaken gekost. Artistiek speelde het geen enkele rol, zo’n singletje kon door iedereen in een disco worden neergezet, ik strandde overal mee. ‘Jij zit straks lekker op Ibiza’ werd er tegen mij gezegd. Man, ik wil helemaal niet naar Ibiza, ik wil poppenspelen en wel hier in Tilburg.”
“Met Jeroen de Leijer had ik een succesvolle reeks, en met Eefje Wentelteefje Roadshow trokken we door heel het land. Ook had ik een aandeel in de TV-serie van Eefje Wentelteefje.”
Wat doe je nu zoal is de volgende vraag aan Frans: “Ooh, ene hele hoop. Met mijn poppenspel wat klusjes, voice-overs met Ferry en anderen, voor bedrijven, Poppenspel met Jeroen, zang met gitaar, ik schilder, ik fotografeer, werk mee aan stadswandelingen (zoals Aventura) met Bianca van der Heijden, voor 8fm heb ik een aantal sketches met Ferry van de Zaande gedaan. ‘Doe mènnene Mexicano’ is mijn grootste hit. Ik dacht dat ik met vissen-vissen-vissen van Frits H. en de Mexicano’s wel een succesnummer zou hebben, maar dat sloeg helemaal niet aan.”
Wat zijn je toekomstplannen? “Goh, nu vraag je me wat, daar denk ik nooit zo over na. Ik zou graag een historische film over Tilburg willen maken, over de geschiedenis, er moet dan wel Tilburgs in worden gesproken, dan zou ik ook graag een CD willen opnemen als zanger met het Metropool orkest als begeleiding, verder wil ik een modelspoorbaan aanleggen zo groot als mijn huis. Ook zou ik graag iets doen met 3D film en fotografie, en een foto-expositie gaan houden. En over de crisis? Ik hoop dat wordt ingezien dat het eigen belang ook het algemeen belang is en misschien wordt de ellende straks wel zo groot dat men inziet dat het roer om moet. Zonder de zucht naar macht en geld.” Voor de duidelijkheid, meer informatie over Frans van der Meer via deze website.
Is de naam Berry v.d. Bebber later Ferry v.d.Zaande geworden? Met andere woorden is het dezelfde persoon?
p.s.
Leuk artikel en veelzijdig persoontje.