Ondergelopen straten door hevige regenval. Afgelopen zomer was het ook raak in Tilburg. Met de aanleg van ‘De Blauwe Ader’ gaat daar verandering in komen. Regenwater moet in de toekomst via dit nieuwe stelsel uit de binnenstad getransporteerd worden. We daalden met projectleider Tristan Martin van de gemeente Tilburg af in onze boorput op het NS-plein.
Waar steden als Amsterdam en Den Bosch rijk voorzien zijn van grachten en singels, heeft Tilburg maar relatief weinig mogelijkheden om grote hoeveelheden regenwater af te kunnen voeren en te bergen in de stedelijke omgeving. Projectleider Tristan Martin: “We werken hier aan de moderne vorm van een gracht onder de stad. Dat moeten we ondergronds doen, omdat we in Tilburg weinig ruimte en weinig oppervlaktewater hebben. De komende 15 jaar bouwen we zo’n 5 aparte stelsels door heel Tilburg. Die moeten er voor gaan zorgen dat er in de risicogebieden geen water meer op straat staat na een hevige regenbui. Het is voor ons een ambitieus project. Geen lapwerk dus. Je kunt het zien als het Tilburgs Deltaplan.”
Ondertussen horen we vanuit de zeven meter diepe perskuip dat de boorkop het spoorviaduct passeert. Voor hoofduitvoerder Theo Vermeij een moment om even goed op te letten. “Zo’n spoorviaduct is toch altijd een kritiek object. Zeker omdat het object hier op staal gefundeerd is. Het viaduct mag niet gaan verzakken als gevolg van de boring. Maar het gaat goed hoor. Kijk maar, hij staat er nog en er zijn tijdens monitoring geen zettingen geconstateerd!”
Als we afdalen in de boorkuip, lijkt het alsof er met alle gemak een complete rioolbuis onder de grond door wordt geduwd. Toch is dat nog aardig complex zo’n boorproces. Theo: “We boren hier twee strengen van 50 en 170 meter. De boorsnelheid is ongeveer 18 meter per dag met een gesloten frontboring. Dat is een type boring die we onder grondwaterstand uit kunnen voeren en werkt op basis van gronddruk- en vloeistofbalans. De boorkop die vanuit de perskuip vertrekt, sluit de boorbuis af en freest zich met een ronddraaiend graafwiel een weg terwijl perscilinders de boorkop vooruit drukken. Pompen en transportleidingen zorgen voor de afvoer van de boorslurry naar onze ontzandingsinstallatie. Hier wordt het zand gezeefd en gescheiden en het water gaat retour naar de boormachine. Dit is een continu proces tijdens het boren.”
De boring die Heijmans hier uitvoert is slechts een klein onderdeel van het Blauwe Ader stelsel. Bobby Ham, projectleider bij Heijmans: “We zijn hier ook al met voorbereidingen bezig voor werkzaamheden over een paar jaar. Zo hebben we alvast een in de grond gevormde put aangelegd, waar we dwars doorheen hebben geboord. Over 5 jaar wordt op deze ‘tussenkuip’ een nieuwe buis aangesloten. Zo kan het stelsel beetje bij beetje groeien.
We zijn hier in augustus begonnen met het maken van een perskuip waar de boorstelling in staat en twee ontvangstkuipen (waar de boorkop eindigt). De perskuip is opgebouwd uit stalen damwanden van 14 meter diep. Op 7 meter diepte is onder de kuip een soort gel in de grond geïnjecteerd die er voor zorgt dat het grondwater niet in de kuip omhoog komt. Op de damwand is een waterdichte doorvoering gelast voor de doorvoering van de boorkop en de betonnen boorbuizen. Deze doorvoering bestaat uit een stalen plaat met een uitsparing, waarin een rubberen ring wordt gemonteerd voor een waterdichte afsluiting. In oktober zijn we gestart met de boring. Nadat de boorkop is weggeboord, zijn er betonnen buizen van 3 meter lang en een diameter van Ø1200 mm en Ø1400 mm in de boorstelling gehesen. De locatie van de boorkop wordt gecontroleerd met behulp van een camera in de boorkop en de richting van de boring wordt aangegeven door een laser. De boorkop kan zo continu door onze boormeester worden gecontroleerd en waar nodig worden bijgestuurd.”
Bijzonder aan dit project is de locatie in de binnenstad. Tristan: “Er wordt hier op het NS-plein bijna bij mensen in de voortuin geboord. De buurt heeft het flink te verduren gehad tijdens de werkzaamheden. Zo was het eigenlijk de bedoeling om de damwanden van de perskuip trillingsvrij in te brengen, maar de samenstelling van de grond liet dat niet toe. Toen moest er toch getrild worden, wat natuurlijk niet prettig is voor de mensen in de buurt. Onze omgevingsmanager praat met de omwonenden en veel mensen komen langs in de keet als ze vragen hebben. Bij Heijmans staan ze gelukkig altijd klaar voor een praatje. Dat is goed, want zo hou je de buurt betrokken bij het project.”
Zo kwamen er klachten binnen over het monotone geluid van het aggregaat dat 24 uur per dag staat te loeien. Geen fijn geluid als je er naast woont. Theo had dezelfde dag nog een oplossing. “Ik heb een paar strobalen geregeld en de aggregaat ingepakt, waardoor het hinderlijke geluid nu sterk gereduceerd is. Een simpele oplossing die we snel konden regelen. Een dame uit de buurt kwam zelfs een doosje chocolade brengen als dank. Kijk, dat maakt het werk toch leuk!?”
In de binnenstad van Tilburg is het een spaghetti van kabels onder de grond. In het voortraject is er veel onderzoek gedaan naar alle kabels en leidingen onder de grond. Tristan: “Je wilt natuurlijk niet dat je door een bepaalde kabel of leiding heen boort. De boorkop ging hier vlak langs een 100 jaar oude waterleiding. Het is precisiewerk om zo’n leiding niet te raken. Als dat wel gebeurt heeft een groot deel van de stad geen water meer. De boring gaat ook nog eens onder het spoorviaduct door. Met ProRail hebben we goed nagedacht over hoe we het best het spoorviaduct konden passeren.”
Voor John Henzen, tenderleider boortechnieken bij Heijmans, is dit project een groot leertraject. “Dat zou je niet zeggen met zoveel boorervaring, maar ieder project zit toch weer net iets anders in elkaar. Zo gaat het hier om een UAV-gc / Design & Construct contract, waarbij wij als Heijmans het ontwerp maken en uiteindelijk alles moeten aantonen wat we doen. In het voortraject is het dan wel even flink aanpoten om alles rond te krijgen met de opdrachtgever en de adviseurs. Die fase duurde daarom ook iets langer. Maar omdat we voor de uitvoering een goede project start-up hebben gehad met alle projectteamleden én omdat we in de bouwvak hebben doorgewerkt, ligt het project gewoon op schema.
Tristan vult aan: “Voor de gemeente is zo’n complex project natuurlijk ook nieuw. De grootste bottleneck ligt misschien wel bij de onderlinge communicatie tussen alle partijen. Zo denk je in het voortraject alles goed geregeld te hebben met de nutsbedrijven, maar is iedereen met zijn eigen loket bezig. Deze kabel- en leidingbedrijven willen natuurlijk geen gedoe met hun eigen leidingen. Daardoor is dit proces moeilijk te beheersen en is het lastig om het project daadwerkelijk als één geheel aan te pakken. Dat is absoluut iets wat ik meeneem in mijn volgende boorproject. Daarnaast ga ik omwonenden nog eerder in het proces betrekken en meenemen in de boorput. Mensen hebben namelijk geen idee wat er in die put gebeurt. Door ze uitleg te geven, ontstaat er meer betrokkenheid, waardering en begrip voor het werk.
Bobby: “Deze week zal de boorkop het einde naderen en is het traditie om de boorkop te ontvangen met een fles champagne.” Maar daarmee is het nog niet voorbij, want dan begint de grote puzzel om het plein en de wegen weer in orde te maken. “De gemeente kiest voor een boring onder de grond om zo min mogelijk overlast te veroorzaken voor het verkeer boven de grond. Het is daarom een eis dat het verkeer gewoon moet kunnen doorrijden. Zo beginnen we binnenkort al met het openbreken van de straat, terwijl we nog aan het boren zijn. We willen namelijk straks in één dag de omliggende wegen weer netjes gaan asfalteren.”
Voor het project is landelijk veel aandacht. Dat bleek uit een werkbezoek waar begin november meer dan honderd mensen van verschillende gemeenten en waterschappen bij aanwezig waren. Tristan: “Voor mij is het bijzonder dat we onze opgedane kennis en praktijkervaringen met Heijmans kunnen delen met andere partijen. Waar sommige gemeenten nog met de plannen bezig zijn, zijn wij het hier gewoon al aan het doen. We bouwen het stelsel gefaseerd en proberen zoveel mogelijk aan te haken op wegwerkzaamheden die al in de planning staan. Daarmee gaat het gehele project wel wat langzamer, maar kunnen we iedere keer weer lering trekken uit eerder uitgevoerde projecten. De stad heeft bovendien zo min mogelijk overlast van alle werkzaamheden. Ik hoop echt dat we andere gemeenten en waterschappen hebben kunnen laten zien hoe je zo’n complex project aan kunt pakken.”
bron: Heijmans