Het CDA Brabant wil het Nederlands Nationaal Circus Herman Renz opnemen in het Brabantse erfgoedbeleid. De partij dient hiervoor op vrijdag 4 september een motie (voorstel) in tijdens de vergadering van Provinciale Staten van Noord-Brabant. De aanleiding hiervoor zijn de financiële problemen bij Circus Herman Renz, dat zijn thuisbasis heeft in het Brabantse Helmond.
Hoewel de circuscultuur in Nederland is erkend als immaterieel cultureel erfgoed, is het circus nog nergens onderdeel van enig cultuur- of erfgoedbeleid. In landen als België, Frankrijk en Italië is dat wel het geval, en kunnen circussen in aanmerking komen voor subsidie en andere fiscale voordelen.
Het CDA wil een groot pleitbezorger zijn van volkscultuur: cultuur dicht bij mensen en voor iedereen. Ook het circus hoort daarbij, vindt het CDA.
CDA-Statenlid Marcel Deryckere: “Het is triest dat een circus als Herman Renz, dat al jaren aan de top staat van de internationale circuswereld en een belangrijk Brabants exportproduct is, dreigt te verdwijnen. Als provincie moeten we, daar waar we kunnen, alles op alles zetten om dat te voorkomen. Want zoals het circus bij Nederland hoort, hoort Circus Herman Renz bij Brabant.”
Circus Herman Renz is in 1911 opgericht door Arnoldus van der Vegt, die in circuskringen beter bekend staat als Pappa Renz. Tegenwoordig telt het circus meer dan 70 medewerkers en bezoekt Circus Herman Renz elk jaar 45 steden en dorpen door Nederland.
Wel laat om met dit initiatief te komen als het circus op de rand van afgrond staat. Niet zo netjes. Opnemen in… als ik het goed lees, betekent dat alleen in aanmerking komen vor subsidie.