Het is even na middernacht en de Burgemeester Brokxlaan is spiksplinternieuw, de nieuwe weg die door de noordzijde van de spoorzone leidt en reuring in het gebied moet brengen. Leven in de brouwerij. Het is donker en het miezert, een goede gelegenheid om deze nieuwe route uit te proberen. Dus na de tunnel van de Gasthuisring sla ik rechtsaf.
Een bord op het fietspad, weg versperd, ik kan niet verder. Ik zet door, eigenwijs, en neem het linker fietspad, tegen de richting in.
Links doemen schimmen op van afgebroken gebouwen, achter een hek. Rechts niks. De verkeerslichten knipperen oranje als een belofte om ooit functioneel te zijn. Rechts in de verte het station, dat schittert als een edelsteen in de eindeloze duisternis, links de garages van bij behorende woningen… even een flauwe bocht langs de verduisterde Lochal aan de rechter kant, ooit komt daar de Stadshal en de Bibliotheek van de Toekomst, nu lijkt het een spookhuis. Wat verlichte ramen bij de Koepelhal voordat ik word uitgespuwd op de bekende Besterdring… Ik kan in één moeite door naar de miezerige, door vage handelaren bevolkte, Koestraat, bekend unheimlich terrein om thuis te komen.