Wie kent het niet? Dat u een groep mensen hoort praten in een andere taal. Wie een paar kilometer de grens over gaat, kijkt er niet van op om mensen in Duits of Frans te horen spreken. En het is vanzelfsprekend dat u zich aanpast, voor zover u de taal machtig bent.
Het is al een beetje anders wanneer mensen van ‘over de grens’ bij u aan tafel aanschuiven, bijvoorbeeld voor een gezellig samenzijn. Nu zijn Nederlanders de beroerdste niet als het om talen gaat. Als anderstalige gasten op bezoek zijn, passen we ons aan zover mogelijk. Nu hangt het nogal af van de samenstelling, de verhouding in de groep welke taal gesproken wordt zodat iedereen kan meedoen. Logisch? Ja. Gaat dat vrijwel vanzelf? Vaak wel.
Stelt u zich eens voor wanneer u aan tafel zit met een groep mensen die u niet verstaat. Russisch, Japans, een taal waarvan de kans redelijk groot is dat u er weinig chocolade van kunt maken. Wie dat wel eens heeft meegemaakt, begrijpt dat dit erg ongemakkelijk kan zijn.
Zolang de groep zich sociaal gedraagt en probeert om u bij het gesprek te betrekken, door zich aan te passen, door een gezamenlijke taal te spreken, is er niks aan de hand. Iedereen doet mee. Maar stel nou dat die groep daar niet zoveel zin in heeft, het lastig vindt om zich aan te passen en vrolijk verder met elkaar praat, zonder dat u weet waar het gesprek over gaat. U weet dat die mensen iets van u willen, daarom bent u immers aangeschoven, maar wat?
Een dergelijke situatie voelt ongemakkelijk. U wordt buitengesloten en kunt niet deelnemen aan de groep, terwijl u dat best wil. En terwijl het zelfs van u verwacht wordt. Vervelend. Vervolgens verliest u uw interesse en ten slotte haakt u af. Misschien bent u wel boos en bent u deze mensen gaan wantrouwen? Best mogelijk.
Bestuurders in politiek en maatschappelijke organisaties kunnen er met hun pet niet bij. Want hoewel burgers zeggen dat ze betrokken willen worden. Dat ze mee willen doen, gehoord willen worden en meebeslissen, lukt het maar niet om écht met deze burgers samen te werken. Onderzoekers en professionals – mensen die ervoor doorgeleerd hebben – vragen zich af waarom het maar niet wil lukken om de participatiesamenleving in de praktijk te brengen en vragen zich af hoe dat nou kan.
Volgens mij is het heel simpel. Bestuurders, u spreekt een andere taal. U spreekt en schrijft in vaktaal die onbegrijpelijk is voor de burgers die u zo graag wil bereiken. Nu kunt u natuurlijk gewoon wachten tot de burger u wel begrijpt, door te volharden in uw taalgebruik tot mensen het gaan snappen. Maar u kunt wachten tot u een ons weegt.
De burgers begrijpen u niet, voelen zich ongemakkelijk omdat ze uw taal niet begrijpen. Verliezen hun belangstelling. Haken af. Worden boos.
Zie hier de ‘geboorte’ van de boze burger, die zich niet begrepen en niet gehoord voelt. Die zich buitengesloten voelt en niet mee kan doen.
Bestuurders in Nederland, wees wijs en leer de taal van de burger spreken, het is uw enige kans.
Graag wil ik Nederlandse taalles geven aan de mensen die dat nodig hebben. Ik werk als zelfstandige, op locatie, bij instellingen en bedrijven, met mijn bedrijf NativeDutch. Neem gerust contact met mij op:
Ella Hobbelen
0623206386
ella@native-dutch.nl
‘Want hoewel burgers zeggen dat ze betrokken willen worden.’
Leuk, een zin zoals deze in een artikel zoals bovenstaand.
Voorstel stoppen ermee landelijk, wie zijn nu de mensen die integreren?