Vandaag precies tien maanden geleden maakte het stadsbestuur al wereldkundig dat het Stadhuis niet meer langer mee kan. Met de enorme bezuinigingen die Tilburg te verwerken krijgt is dat een vrij gedurfde stelling. Wethouder Joost Möller is verantwoordelijk om dit probleem op te lossen.
Vandaag werd een tussenstand van een onderzoek over de toekomst van het stadhuis besproken in de commissie ‘Economie’. Grotendeels was de motivatie voor het onderzoek dezelfde als in augustus vorig jaar: “Het gebouw is op. Het is extreem duur in onderhoud en gebruik en heeft klimaatlabel F.” zo betoogde Joost Möller. En ook: “De helft van het ziekteverzuim onder ambtenaren wordt nu veroorzaakt door het slechte klimaat van dit gebouw, de gemeente is ook verplicht om zich aan arbo-wetten te houden.” De meeste leden van de commissie ‘Economie’, met uitzondering van de GroenLinksfractie, zag hier schoorvoetend de redelijkheid van in. Marc Vintges van GroenLinks verdenkt de gemeente er van dat er argumenten worden gezocht om een nieuw stadhuis te kunnen bouwen. De wethouder wees die verdenking direct van de hand.
Grofweg zijn er drie mogelijkheden. Renoveren. Of renoveren met nieuwbouw. Of volledige nieuwbouw. En dan mag nieuwbouw ook een tweedehands gebouw zijn dat er al is, maar dat dan misschien eerst verbouwd moet worden. Dit zou dan wel een gebouw in de binnenstad of in de Spoorzone moeten zijn. Renoveren van het stadhuis zou betekenen dat het volledig gestript en weer opgebouwd moet worden. Ook speelt de vraag mee of de bibliotheek zal verhuizen naar de Spoorzone en daarmee of die ruimte vrijkomt.
Nieuw in het verhaal is ‘Het Nieuwe Werken’ (HNW) dat de gemeente gaat toepassen. Bij HNW hebben ambtenaren de mogelijkheid om op andere plekken, bijvoorbeeld thuis of onderweg, te werken in plaats van op kantoor. Ook hoeven medewerkers niet steeds op dezelfde plek in het gebouw te werken. Voor het stadhuis betekent dit dat er minder werkplekken nodig zijn waardoor HNW besparingen oplevert.
Overigens gaat het nog lang duren voordat het plan helemaal klaar is en er over beslist kan worden.
Het nieuwe werken is een positieve ontwikkeling en wordt al vaak toegepast in bedrijven. Een goede zet lijkt mij.