We houden van Tilburg…..Soms lijkt het erop dat we alleen maar mopperen op de stad, maar dat heeft niets met Tilburg zelf te maken. Het is een fijne stad, met leuke inwoners…..Maar…..
Ik las onlangs een interview met de nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer. Mevrouw Khadija Arib lijkt te begrijpen wat er momenteel schort aan de liefde tussen de Nederlanders en hun bestuurders. De voormalige PvdA-dissidente wijt dat niet aan de ‘afstand’ tussen politiek en burger, maar aan structureel onbegrip bij de gekozenen. Wij, burgers, respecteren daarom de volksvertegenwoordigers niet meer.
We houden van Tilburg, dus, maar niet van het bestuur en zijn besluiten. Een simpel voorbeeld, ik stipte het satirischer wijze aan in mijn ‘voorspellingen’. Loop door de Bomenbuurt of willekeurig welke andere wijk overdag, maar ook ’s avonds. Of de enorme parkeerplaats aan de Noordhoekring. Vlakbij staan de straten waar geen parkeervergunning nodig is vol blik, maar parkeerplaatsen waarvoor wel een bewonerskaart nodig is, blijven leeg. Lijkt een voedingsbodem voor onbegrip, want de buurtbewoner draait aldus met zijn bewonerskaart op voor de kosten van de hier vrij nutteloze handhaving van de parkeerverordening.
Nog zoiets. We betalen als burger met z’n allen voor het inzamelen van plastic.
Probeer echter in de supermarkt eens iets te vinden dat niet ingepakt zit. Of ga met losse sinaasappelen naar de kassa. Staan ze je raar aan te kijken. Hoeveel lagen plastic bevat een pvc-bakje snij kaas?
En waarom kunnen we geen blikjes inleveren tegen statiegeld? Of plastic flessen.
De doodgewone burgers zijn steeds vaker de klos bij doodsimpele problemen, die onze volksvertegenwoordigers niet wensen op te lossen door in plaats van de burger het bedrijfsleven en fabrikanten aan te pakken.
Al die agenten en CZ-werknemers die in de Bomenbuurt parkeren kunnen best worden aangesproken, als iemand zich daar voor wil inzetten. Plastic tasjes? We betalen er voor, of we nemen een linnen tas mee. Maar de supers en het bedrijfsleven blijven buiten schot. Geen politicus die zegt dat er geen cola in blik mag worden verkocht, of dat scholieren en automobilisten straf horen te krijgen als ze hun fastfood-rotzooi langs de kant van de weg mieteren.
Dat soort asociaal gedrag is niet veel moeilijker en met minder mensen te controleren dan het feit of voldoende Tilburgers een rechtsgeldige handtekening hebben gezet voor een lokaal referendum over het Stadskantoor.
Die geldverslindende raadpleging was trouwens niet nodig geweest als het stadsbestuur zelf naar de Tilburgers was gestapt en had willen luisteren naar wat mensen werkelijk willen. Hier toont de politiek onbegrip, het ‘stadhuis’ snapt nog steeds niet waarom het volk zich daarmee bemoeit. Mevrouw Arib heeft dus helemaal gelijk. Helaas zal ze moeten inzien dat het onbegrip alleen maar groeit. Niet alleen van boven naar beneden, maar ook andersom.
Recent zagen we met een grote groep andere Tilburgers in Deurne de Brabantse versie van Mistero Buffo. Het beroemde werk van Dario Fo. Het was een fantastische moderne uitvoering, met enorme passie gebracht. Het stuk dateert van ruim 40 jaar geleden, en verhaalt van tijden dat het volk werd geknecht, arbeiders uitgebuit en strijdlustig werd geroepen om stakingen voor eerlijke beloning.
Heel veel heeft het theatergezelschap uit Asten niet aan de teksten hoeven wijzigen, om de actualiteit erbij te slepen. Nog steeds is de gewone burger telkens het kind van de rekening. Nu niet van de bazen in de fabriek of exploitanten van mijnen, maar van de politiek als een financieel of ander gat moet worden gedicht. De zaal zong ook die teksten uit volle borst mee.
Jamin vertrekt uit de Heuvelstraat. Niet voor het eerst, trouwens. En niet als enige.
De reden? Te hoge huren.
De tegenzet moet toch onderhand eens uit het stadhuis komen, als we niet nog meer telefoonwinkels willen. Je zou hopen dat al die miljoenen euro’s die klaarliggen voor nutteloze verhuizingen, de zinloze komst van Primark of de installatie van parkeermeters in een potje worden gestopt waaruit durfals een subsidie krijgen als ze zich in de Heuvelstraat vestigen.
En ondernemers die in het dwaalgebied zitten, mogen gewoon gratis hun reclameborden op straat hebben staan of boven de stoep laten hangen. Om het zo het klimaat in de binnenstad te verbeteren en de straten op te fleuren.
Waarschijnlijk is dat helaas een ietsepietsie teveel gevraagd van ons stadbestuur, want dat vraagt om begrip bij een vooralsnog louter calculerende en in zichzelf gekeerde overheid.
Prima stuk van Hans Rube. Tegenwoordig is bij alles het vertrekpunt het politiek bestuur en niet meer de legitimerende burger. De burger is daardoor voor de “macht” een lastige partner geworden. De politiek wil ons anders doen geloven via allerlei burgerlijke politieke speeltjes, maar als het puntje bij het paaltje komt verzandt alles in bureaucratische processen en regelgeving! Het spontane van de samenleving wordt vermalen in dit politiek bureaucratische systeem. Mede hierdoor lopen de maatschappelijke emoties inmiddels hoger op dan gewenst en gaat men steeds meer op elkaar reageren. Voorwaar geen prettig vooruitzicht!