De Nederlandsche Bank haalt 130 ton goudvoorraad terug

De Nederlandsche Bank NV heeft in het diepste geheim 130 ton Nederlands goud uit de Verenigde Staten teruggehaald naar Amsterdam. De Nederlandsche Bank NV is de centrale bank van Nederland. De centrale bank wil hiermee de Nederlandse goudvoorraad evenwichtiger verdelen over de wereld.

‘Behalve een evenwichtiger verdeling van de goudvoorraad over de verschillende locaties kan dit ook bijdragen aan een positief vertrouwenseffect bij het publiek’, zegt de centrale bank. De Nederlandsche Bank NV is in 1814 opgericht door koning Willem I en de Nederlandse Staat is sinds 1948 enig aandeelhouder van de NV.

In de kluizen van De Nederlandsche Bank NV aan het Frederiksplein in Amsterdam lag al 67 ton goud opgeslagen dat is nu opgeschroefd tot 195 ton (31 procent), ongeveer een derde van de totale goudvoorraad van Nederland. De Nederlandsche Bank bezit in totaal nog 612 ton goud (ongeveer 20 miljard euro), waarvan tot begin dit jaar 321 ton (51 procent) was opgeslagen in de kluis van de Fed  (Amerikaanse centrale bank in New York), 125 ton (20 procent) bij de centrale bank van Canada in Toronto en  112 ton (18 procent) bij de Bank of England opgeslagen in de City van Londen.

In 1992 was de Nederlandse goudvoorraad nog 1.707 ton. Tijdens de kabinetten van Kok en Zalm is er 1.082 ton van de  goudvoorraad verkocht. Dankzij deze goudverkopen en de verkoop van de staatsbelangen in KPN, de Postbank en DSM kon de nationale schuld genoeg worden verminderd zodat Nederland zich mocht aansluiten bij de eurogroep. Ook latere kabinetten hebben nog kleine hoeveelheden (3 ton) van de Nederlandse goudvoorraad te gelde gemaakt. De resterende 612 ton goud is nu het laatste reservepotje voor toekomstige generaties.

De nieuwe locatieverdeling van de resterende 612 ton Nederlandse goudvoorraad wordt hierdoor: 31 procent in Amsterdam, 31 procent in New York, en de percentages voor Ottawa en Londen blijven met respectievelijk 20 en 18 procent onveranderd.

Volgens Sylvester Eijffinger, hoogleraar financiële economie aan de universiteit van Tilburg, is het terughalen van het Nederlands goud een gevoelskwestie. “Het consumentenvertrouwen zal er niet door worden beïnvloed, het is meer een gevoelskwestie. We hebben de capaciteit om het op te bergen, dan is het ook logisch dat het teruggehaald wordt naar ons land. Zo simpel is het”, zegt Eijffinger.

De verdeling van het goud over verschillende locaties is vaker veranderd. In de periode na de Tweede Wereldoorlog tot begin jaren zeventig voegde De Nederlandsche Bank veel goud toe aan haar reserves, vooral in New York. Ook bracht Nederland een deel van het goud noodgedwongen over van Australië naar Londen toen de Reserve Bank of Australia besloot de kluizen te sluiten.